Waxen van de ski's: de no-wax ski bestaat niet

Alle langlaufski’s moeten geprepareerd worden, ook no-wax ski’s! Bij de verschillende waxen maken we onderscheid tussen glijwax (glider) en afzetwax. Glijwax wordt aangebracht op skating ski’s en de glijvlakken van klassieke- en nowax-ski’s. Afzetwax wordt aangebracht op het afzet (midden)vlak van klassieke ski’s. De afzetwaxen zijn weer verdeeld in hardwax (in een tinnen potje) en klister (een soort lijm in een tube).

Glijwaxen


Glijwaxen zijn er in 2 varianten. De blokken glijwax breng je met een strijkbout aan en je druppelt als het ware de wax op de ski, vervolgens smeer je deze uit met de strijkbout en laat je de ski 10 min. afkoelen op kamertemperatuur. Hierna schraap je de wax eraf en borstel je de ski's goed uit zodat de structuur van de ski weer tevoor schijn komt.
Een andere methode is pasta of spray. Deze smeer je op de ski's, laat je even intrekken en poets je vervolgens met wat fiberlene uit. Dit uitpoetsen zorgt ervoor dat de structuur van de ski ook weer goed te voorschijn komt. De warme waxmethode dringt dieper in de ski en houdt daardoor veel langer dan de koude waxmethode. Je kunt ook doordat er meer keuze is in verschillende waxen qua temperatuurbereik ook preciezer waxen waardoor je snellere ski's hebt. De koudere waxmethode is vooral snel en meer voor recreanten die niet veel werk aan hun ski's willen hebben.

Afzetwaxen

Je hebt 2 soorten afzetwax. Hardwax gebruik je bij niet getransformeerde sneeuw, wanneer de kristallen nog mooi scherp zijn. Je brengt een aantal laagjes hardwax aan en kurkt deze elke keer uit. Eventueel kun je dat gedeelte waar je voet de ski raakt een extra laagje wax of een warmer laagje extra op het afzetgedeelte aanbrengen. Dit zorgt voor extra grip en verslechtert niet het glijvermogen te erg. Als eerste meet je de temperatuur van de sneeuw mety de thermometer. afhankelijk van die temperatuur kies je de juiste wax uit. Is de temperatuur van de sneeuw nul dan meet je de luchttemperatuur. Wax altijd wat aan de koude kant, het is makkelijker om een warmere wax over een koude wax te zetten als andersom. Wanneer je te warm waxt krijg je klonten onder je ski, wanneer je te koud waxt heb je geen grip. Bij getransformeerde sneeuw, sneeuw die al een keer boven nul is geweest, zijn de krijstallen niet meer scherp. Dan gebruik je klister (voor oude sneeuw), hier gelden de zelfde regels als bij hardwax.

Klister breng je aan met V-tjes en smeer je daarna met je hand uit. Eventueel kun je met de fohn de tube klister verwarmen wanneer deze lastig uit de tube komt. Klister is erg kleverig maar met Swix handpasta heb je je handen zo weer schoon. Je kunt eventueel ook gewoon je handschoenen aandoen, de klister trekt in je handschoen en verdampt daar.

No wax ski's
Voor no-waxski's geldt dat deze zeker van glijwax voorzien moeten worden op de glijgedeeltes.
De schubbengedeeltes spray je in met schubbenspray. Dit voorkomt dat er klonten op de schubben kunnen ontstaan.

Waxboekje en/of waxcursus
Vasa Sport verkoopt ook een waxboekje wat 15,00 Euro kost en uit 80 pagina's bestaat met alles over waxen.
Daarnaast biedt Vasa Sport ook waxcursussen aan. Kijk hiervoor regelmatig op onze site!

Wij slaan cookies op om onze website te verbeteren. Is dat akkoord? Ja Nee Meer over cookies »